
Als de overledene een echtgenoot of geregistreerd partner (hierna: partner) en kinderen achterlaat zonder testament (of met testament die de wettelijke verdeling bevestigd) is de wettelijke verdeling van toepassing. Automatisch is dan de wettelijke verdeling van toepassing op de nalatenschap van de overledene. De wettelijke verdeling zorgt ervoor dat de partner alle goederen, die behoren tot de nalatenschap, van rechtswege verkrijgt en verplicht is tot voldoening van alle schulden.
Geldvordering kinderen
De kinderen verkrijgen ieder van rechtswege een geldvordering ten laste van de partner. De partner krijgt dus een schuld aan ieder van de kinderen. Deze geldvordering/schuld is gelijk aan de waarden van de erfdelen van de kinderen. Deze vordering is pas opeisbaar als de partner overlijdt of eventueel eerder ingeval de partner failliet wordt verklaard of ten aanzien van de partner de schuldsanering van toepassing wordt verklaard. Verder is deze vordering/schuld opeisbaar in de situaties zoals in de testament (indien aanwezig) omschreven.
Positie langstlevende partner
De wetgever heeft het ongestoord verder leven van de partner belangrijker gevonden dan de erfrechtelijke aanspraken van de kinderen. Door de wettelijke verdeling is de langstlevende partner volledig beschikkingsbevoegd ten aanzien van de goederen en schulden en kan de langstlevende alle goederen verkopen en in eigendom overdragen. De langstlevende partner heeft daarvoor geen toestemming of medewerking van de kinderen nodig. De langstlevende partner is niet verplicht het vermogen in stand te houden, ook al betekent dit dat bij het overlijden van de langstlevende partner de erfdelen van de kinderen niet meer (volledig) in stand zijn. De partner mag en kan dus alles opmaken.
Rente wettelijke verdeling
Deze vordering wordt “vermeerderd” met een percentage per jaar vanaf de sterfdatum van de overledene (4:13 lid 4). Het percentage van de “vermeerdering” is gelijk aan de wettelijke rente voorzover deze hoger is dan 6 (bij een percentage van 8 is de vermeerdering dus slechts 2 procent). Gezien de huidige stand van de rente betekent dat, de vorderingen renteloos zijn.
Rente voorgeschreven
Een testament kan een voorgeschreven rente bevatten. Over de erfdelen van de kinderen zal, zolang deze nog niet opeisbaar zijn, een rente vergoed worden.
Mogelijk bevoegdheid tot aanpassen rente
Deze rente is aan te passen. Is er een testament dan moet er in het testament bepaald zijn dat de rente aangepast mag worden. Een hogere rente heeft als voordeel dat de vorderingen van de kinderen groeien. Dit heeft als gevolg dat de nalatenschap van de partner kleiner zal zijn. Hierdoor zijn de kinderen in de toekomst minder erfbelasting verschuldigd over de erfenis van de langstlevende partner. Een lagere rente heeft als voordeel dat de verschuldigde erfbelasting lager zal zijn omdat de erfdelen van de kinderen dan worden afgewaardeerd. Wil je de rente aanpassen dan moet dat binnen 8 maanden na het overlijden. Dit geef je op bij de aangifte erfbelasting.
Ongedaanmaking van de wettelijke verdeling
Binnen 3 maanden na overlijden kan de langstlevende partner bij notariële akte een verklaring uitbrengen dat de wettelijke verdeling ongedaan gemaakt wordt (4:18 BW). Deze verklaring dient binnen gemelde termijn te zijn ingeschreven in het boedelregister van de rechtbank. Door de ongedaanmaking ontstaat er met terugwerkende kracht tot aan de datum van overlijden een onverdeeldheid. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid voor alle erfgenamen om verdeling te vorderen, waardoor de langstlevende partner geen garantie heeft dat de door hem voorgestelde verdeling wordt uitgevoerd. Rechten van derden, die zijn verkregen binnen de termijn van ongedaanmaking worden geëerbiedigd.
De overige erfgenamen lopen het risico dat indien zij zuiver hebben aanvaard, alsnog door schuldeisers van de nalatenschap kunnen worden aangesproken in hun privé-vermogen, voorzover er meer schulden dan goederen zijn.
De langstlevende partner zal normaal gesproken de sterke positie slechts willen prijsgeven uit fiscale motieven en dan alleen als de verhouding met de kinderen goed is. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om de eigen woning zonder heffing van overdrachtsbelasting vanuit de onverdeeldheid toe te delen aan (een van) de kinderen. De langstlevende partner doet er goed aan om voorafgaand aan de ongedaanmaking alvast een andere verdeling overeen te komen met de kinderen. Daarnaast is het verstandig om een volmacht van de kinderen te bedingen om te voorkomen dat zij niet meerwerken aan de overeengekomen verdeling.
Wilsrechten
Voor zover niet uitgesloten bij testament zijn aan de geldvordering van een kind wilsrechten verbonden. Deze wilsrechten zijn bedacht om te voorkomen dat familiegoederen verdwijnen als de langstlevende partner besluit te hertrouwen. De wilsrechten zijn er om het “stiefoudergevaar” te beperken. Met een beroep op deze wilsrechten kunnen kinderen hun vordering omzetten voor spullen uit de erfenis. Deze wilsrechten spelen bij hertrouwen van (of het aangaan van een geregistreerd partnerschap door) de (langstlevende) ouder.
De wet kent vier wilsrechten:
- bij een voorgenomen huwelijk (aangifte) van de langstlevende ouder: de overdracht van de goederen uit de nalatenschap van de -eerststervende- ouder geschiedt dan onder voorbehoud van een recht van vruchtgebruik, tenzij de ouder daarvan afziet, ten behoeve van de langstlevende echtgenoot (4:19 BW);
- de -hertrouwde- langstlevende ouder overlijdt: hiermee wordt de vordering ontstaan na het overlijden van de eerststervende ouder in de nalatenschap opeisbaar; op dat moment kan het kind gebruik maken van zijn wilsrecht en zijn vordering opeisen bij de nieuwe -tweede- echtgenoot van de langstlevende ouder; de goederen moeten afgestaan worden (4:20 BW);
- door het overlijden van de -hertrouwde- ouder gaan al zijn goederen naar de nieuwe -tweede- echtgenoot. De kinderen kunnen overdracht van goederen die behoren tot de nalatenschap van hun langstlevende ouder verlangen van de tweede echtgenoot, echter onder voorbehoud van het recht van vruchtgebruik ten behoeve van de tweede echtgenoot (4:21 BW);
- ingeval de kinderen hun wilsrecht niet hebben uitgeoefend, kunnen zij de goederen uit de nalatenschap van hun ouder alsnog opeisen ingeval van overlijden van de -tweede- stiefouder (4:22).
De erfbelasting en de langstlevende-regelingen
Ook al krijgen de kinderen niets feitelijk uitgekeerd, de verkrijging van de kinderen worden in beginsel toch belast met erfbelasting. Wel wordt er rekening mee gehouden dat de langstlevende de beschikkingsmacht over de nalatenschap heeft. De verkrijgingen van de kinderen mogen daarom worden “afgewaardeerd”. Dit houdt in dat de contante waarde van de verkrijging van de kinderen wordt vastgesteld aan de hand van de leeftijd en de levensverwachting van de langstlevende volgens de tabellen van de Successiewet (bekijk hier een rekenvoorbeeld>>>). Omdat de langstlevende de beschikkingsmacht heeft moet deze de door de kinderen verschuldigde erfbelasting voor schieten. De aangifte dient uiterlijk 8 maanden na het overlijden te worden ingediend bij de Belastingdienst. Wil je heffingsrente over de te betalen erfbelasting voorkomen dan moet je de aangifte uiterlijk 5 maanden na het overlijden indienen.
De inkomstenbelasting
Bij de wettelijke verdeling verkrijgen de kinderen een vordering op de langstlevende echtgenoot ten grootte van hun erfdeel. De waarde van deze vordering wordt niet in de inkomstenbelasting in box 3 (sparen en beleggen) belast. De kinderen hoeven dus geen inkomstenbelasting te betalen over hun vordering op de langstlevende. Daar staat tegenover dat de langstlevende de schulden die hij aan de kinderen heeft vanwege de wettelijke verdeling, niet kan aftrekken.
De goederen van de nalatenschap die door de wettelijke verdeling zijn overgegaan op de langstlevende en die daardoor tot het eigen vermogen van de langstlevende zijn gaan behoren, worden belast in de bijbehorende box. Een voorbeeld: het huis wordt evenals vóór het overlijden belast in box 1 en de langstlevende kan de gehele hypotheekrente in box 1 op het inkomen in aftrek brengen.
Verklaring van erfrecht
Uit de af te geven verklaring van erfrecht blijkt, wie de erfgenamen zijn en dat de langstlevende bevoegd is tot het ontvangen van alle goederen, gelden en waarden, alsmede de schulden van de uitvaart te voldoen en de vereiste successie- en andere belastingaangiften in te dienen en de verschuldigde bedragen te betalen. Een verklaring van erfrecht kan binnen 3 maanden na het overlijden afgeven worden. Voorwaarde is wel dat de langstlevende afstand doet van zijn/haar rechten tot ongedaan maken of al ongedaan heeft gemaakt. Verklaring van Erfrecht Service heeft hiervoor een keuzeverklaring. Deze krijg je per e-mail toegestuurd na het aanvragen van de verklaring van erfrecht.
Constatering wettelijke verdeling en erfdelen
Ondanks dat de wettelijke verdeling automatisch werkt is het verstandig om deze vererving vast te leggen in een notariële akte en de erfdelen te berekenen volgens de werkelijke waarde. Vaak wordt de aangifte erfbelasting als uitgangspunt gehanteerd. Dit is niet verstandig. In deze aangifte wordt namelijk gewerkt met de fiscale waarde. Vooral met betrekking tot de woning die behoort tot de nalatenschap zijn er grote verschillen tussen de fiscale waardering (WOZ -waarde) en de werkelijke waarde. Vaak zijn de werkelijk vorderingen hoger dan de fiscale vorderingen. Daar heb je profijt van bij het overlijden van de langstlevende. Het is niet vastleggen is: op een verkeerde manier zuinig zijn.
ongedaan maken, wettelijke verdeling, wilsrechten