
Een erfgenaam kan een nalatenschap aanvaarden of verwerpen. De wet schrijft voor dat een eenmaal gedane keuze onherroepelijk is (uitzondering is zo lezen wij hier een geestelijke stoornis). Een aanvaarding of verwerping kan niet op grond van dwaling, noch op grond van benadeling van een of meer schuldeisers worden vernietigd. Een schuldeiser kan dus onmogelijk wegens schuldeisersbenadeling (pauliana) een verwerping vernietigen. Sta je dan als schuldeiser met lege handen als iemand waarvan je nog geld krijgt een grote erfenis verwerpt. Het antwoord is nee. Voor bescherming van schuldeisers van erfgenamen wegens verwerping staat de weg van artikel 4:205 BW open. Als een schuldeiser klaarblijkelijk benadeeld is door die verwerping, kan hij de rechtbank verzoeken de nalatenschap mede in het belang van de schuldeisers van degene die verworpen heeft zal worden vereffend. De schuldeisers kunnen hun vordering dan indienen bij de vereffenaar, waarbij die vorderingen slechts batig gerangschikt worden voor zover een overschot aan de schuldenaar zou zijn toegekomen indien hij niet verworpen zou hebben.