
In veel oude testamenten staan bepalingen over de legitieme. Bijvoorbeeld “een bedrag in geld dat overeenkomt met de omvang van haar legitieme portie” of “in de legitieme wordt gesteld”. Hoe worden dergelijke testamenten afgewikkeld? Geldt de legitieme onder het oude recht of onder het huidige recht? Van belang is het overgangsrecht. In het bijzonder artikel 128 Overgangswet. Testamenten die onder het nieuwe recht open vallen moeten in beginsel onder het nieuwe recht worden afgewikkeld (de huidige rechten en bevoegdheden gelden). Daarbij wordt qua erfdeel de oude legitieme gehanteerd tenzij uit het testament valt op te maken dat het erfdeel van de legitimaris zo klein mogelijk moet zijn dan geldt de nieuwe legitieme. De legitieme onder het oude recht was onbeperkt. Onder het nieuwe recht geldt een periode van vijf jaar om de legitieme in te roepen. Door het overgangsrecht zijn legitieme porties bij opengevallen nalatenschappen onder het oude recht niet meer in te roepen.
legitieme