
Zolang een vordering op een langstlevende ouder niet opeisbaar is, betaalt de langstlevende de inkomstenbelasting over de gehele erfenis. Dit wordt ook wel defiscalisering genoemd. De rechtbank in Zeeland-West-Brabant heeft het volgende bepaald.
De kinderen hadden een niet opeisbare vordering op hun stiefmoeder (de langstlevende). Medio 2012 werd op basis van het testament van de overledene de helft van vordering opeisbaar en het restant medio 2013. De stiefmoeder stelde dat de defiscalisering niet geldt voor de erfrechtelijke vorderingen en de daarmee corresponderende schulden, omdat bij overlijden bekend was wanneer de vordering opeisbaar werd. Volgens de stiefmoeder kan zij daarom op peildatum de schulden aan de stiefkinderen op haar vermogen in aftrek brengen.
De inspecteur nam het standpunt in dat de geldvorderingen en de daarmee corresponderende schulden niet behoorden tot de grondslag van het inkomen uit sparen en beleggen in box 3 (defiscalisering). De vorderingen en de daarmee corresponderende schulden waren op de peildatum immers niet opeisbaar. Het feit dat de vorderingen en schulden korte tijd later wel opeisbaar waren was volgens de inspecteur niet relevant.
De rechtbank overweegt dat naar de letter van de wet voornoemde vordering en de daarmee corresponderende schulden op peildatum niet tot de grondslag sparen en beleggen behoren. Uit de wetsgeschiedenis blijkt voorts dat pas vanaf het moment dat de vordering opeisbaar wordt, de defiscalisering niet meer geldt. Het gelijk is aan de inspecteur.
De behandelde kwestie is ook relevant voor langstlevende echtgenoten die opgenomen worden in een AWBZ instelling. Op basis van deze uitspraak kunnen de niet-opeisbare vorderingen dus niet in mindering gebracht worden op het box 3 vermogen. Dit betekent dat de volledige erfenis meegenomen wordt in de berekening voor de eigen bijdrage. Controleer dus uw testament met betrekking tot de opeisbaarheid van erfrechtelijke vorderingen.
Wet: artikel 5.4, eerste lid Wet IB 2001
Bron: Rechtspraak.nl
box 3, defiscalisering, geldvordering