
In 2003 is het erfrecht gewijzigd en dus ook de legitieme regeling. Het gedeelte waarover een erflater niet heeft mogen beschikken was je legitieme of het wettelijk erfdeel. Hoe groot je legitieme/erfdeel was oftewel het breukdeel, was toen ook afhankelijk van het aantal erfgenamen. “Artikel 961 BW oud luidde: 1. Indien de erflater slechts één kind nalaat, bestaat dat wettelijk erfdeel in de helft (1/2) van de goederen, welke het kind bij versterf zou hebben geërfd. 2. Indien er twee kinderen overblijven, is het wettelijke erfdeel voor ieder kind twee derde (2/3) gedeelten van hetgeen hetzelve bij versterf zoude erven. 3. In geval de overledene drie of meer kinderen nalaat, zal het wettelijk erfdeel drie vierde (3/4) gedeelte bedragen van hetgeen elk kind bij versterf zoude gehad hebben. 4. Onder den naam van kinderen worden begrepen de afstammelingen, in welken graad zij ook zijn; echter worden deze alleen gerekend in plaats van het kind, hetwelk zij in de nalatenschap van den erflater vertegenwoordigen. Onder het huidige recht is de positie van de legitimaris die van schuldeiser in plaats van erfgenaam onder het oude recht.