
Er is een wettelijke regeling (4:28 BW lid 2) voor degene(n) die tot het overlijden met overledene duurzaam samenwoonde(n)(in de zin van 7:268 BW) in de woning van de overledene om hem of haar in de gelegenheid te stellen (zonder onmiddellijke zorg over zijn of haar huisvesting) op zoek te gaan naar nieuwe woonruimte. Je kan als huisgenoot aanspraak maken op voortgezet gebruik van de woning en inboedel voor een periode van 6 maanden. Woonde je zonder vergoeding in de woning dan hoef je in de 6 maanden ook geen vergoeding te betalen. Er moet wel sprake zijn van wederzijdse (financiële) verzorging. Zonder wederkerigheid, is geen sprake van een duurzame gemeenschappelijke huishouding.
huisgenoot