
Als de overledene ten tijde van zijn overlijden gehuwd was in wettelijke of beperkte gemeenschap van goederen en de wettelijke verdeling is van toepassing, dan blijft een verdeling van de huwelijksgemeenschap achterwege. Het gevolg hiervan is dat er niet vastgesteld wordt welke goederen er de nalatenschap behoren en welke goederen er aan de langstlevende behoren. Vaak is dat geen probleem omdat de gehele nalatenschap wordt toegedeeld aan de langstlevende en hij of zij dus alles krijgt. Een boedelbeschrijving met een verdeling is wel belang als er bijvoorbeeld sprake is van stiefkinderen die wilsrechten willen uitoefenen op goederen niet van de zijde van de niet ouder in de huwelijksgemeenschap zijn terecht gekomen. Van belang is om de vorderingen van de (stief)kinderen goed vast te stellen en een akte constatering wettelijke verdeling door de notaris op te laten stellen. Zo’n akte verdient zichzelf snel terug na het overlijden van de langstlevende. In zo’n akte kan je ook direct een renteovereenkomst afsluiten.