
wanneer de nalatenschap overeenkomstig de derde afdeling van de zesde titel moet worden vereffend eindigt in beginsel de taak van de executeur. Toont de executeur echter een ruimschoots toereikend saldo aan, dan blijft hij/zij aan als executeur. De wet kent geen termijn waarbinnen de ruimschootsverklaring na beneficiaire aanvaarding moet worden afgelegd. Als op het moment van beneficiaire aanvaarding op basis van de dan beschikbare informatie aannemelijk is dat de nalatenschap ruimschoots voldoende is, mag de executeur een ruimschootsverklaring afleggen en doorgaan met zijn taak (ECLI:NL:GHAMS:2017:1311).
beneficiaire aanvaarding, executeur, ruimschootsverklaring